EcoNatura voert sinds 2016 onderzoek uit naar de spontane rewilding met wolven in het moderne cultuurlandschap van laag Noordwest-Europa. Hiermee wordt, naast detailaspecten van de wolvenecologie, gekeken naar landschapsecologische eigenschappen voor meer en duurzamere vestiging van wolvenroedels in Nederland. Tot dusver komt hieruit naar voren dat de uitgestrektere semi-natuurlijke landschappen met overvloed aan prooidieren veel gunstiger vestigingsmogelijkheden aan de groeiende wolvenpopulatie in West-Nedersaksen bieden dan in het naastgelegen technogenere Oost-Nederland.
Primair van belang voor wolven in groepsverband is het naast reeën kunnen leven van grote hoefdieren, waaronder dam- of edelhert en everzwijn als meer voedzame prooidieren. Secundair van belang is de beschikbaarheid van rust- of kerngebieden met zo weinig mogelijk menselijke invloed, binnen een groter territoriaal leef- en jachtgebied (systeem wolf).
Het ontbreken van deze randvoorwaarden en de landelijke handhaving van de nulstand zal de vestiging van wolven beperken tot het Veluwe Massief. Elders in Nederland zal men toekomstig conflicterend meer te maken krijgen met wandelwolven of lone wolves, die respectievelijk een regio snel doortrekken of een tijdlang in grotere bosgebieden verblijven om daarna elders in de buurlanden te vestigen door een gebrek aan voldoende prooidieren noodzakelijk voor roedelformatie. Verwildering van het platteland in Oost-Nederland, met West-Nedersaksen als ecologische referentie, is essentieel om een grotere wolvenpopulatie in Nederland duurzaam te kunnen accommoderen en conflicten zoveel mogelijk te minimaliseren.
De voorlopige bevindingen worden momenteel uitgebreider in een artikel en in een nieuw wolvenboek beschreven.